Abgesondert auf niederländisch
Übersetzung: abgesondert, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
opsplitsen, scheiden, alleenstaand, splitsen, afzonderen, verdelen, afscheiden, doorklieven, schiften, afgezonderd, splijten, afbreken, afzonderlijk, delen, geïsoleerd, geïsoleerde, geïsoleerd, geïsoleerde, Vrijstaand
- Wie sagt man abgesondert auf niederländisch?
- Wie übersetzt man abgesondert ins niederländische?
- Aussprache von abgesondert (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für abgesondert?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: abgesondert
abgesondert antonyme, abgesondert auf albanisch, abgesondert auf türkisch, abgesondert bedeutung, abgesondert definition, abgesondert sprachwörterbuch niederländisch, abgesondert auf niederländisch
Übersetzungen
- abgesetzt auf niederländisch - uitverkocht, verkocht, verkochte, aangeboden, worden verkocht
- abgesichert auf niederländisch - afgedekt, afgedekte, ingedekt, ingedekte, gehedged
- abgesperrt auf niederländisch - uitzetten, uitgeschakeld, afgesloten, uitschakelen, uitschakeling
Zufällige Wörter
Abgesondert auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: opsplitsen, scheiden, alleenstaand, splitsen, afzonderen, verdelen, afscheiden, doorklieven, schiften, afgezonderd, splijten, afbreken, afzonderlijk, delen, geïsoleerd, geïsoleerde, geïsoleerd, geïsoleerde, Vrijstaand
Übersetzungen: opsplitsen, scheiden, alleenstaand, splitsen, afzonderen, verdelen, afscheiden, doorklieven, schiften, afgezonderd, splijten, afbreken, afzonderlijk, delen, geïsoleerd, geïsoleerde, geïsoleerd, geïsoleerde, Vrijstaand