Assistieren auf niederländisch
Übersetzung: assistieren, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
helper, bekommernis, assisteren, bijstand, baten, assistent, zorgvuldigheid, hulp, helpen, assistentie, zorg, bijstaan, bedienen, toeverlaat, heul, toedoen, te helpen, bij te staan
- Wie sagt man assistieren auf niederländisch?
- Wie übersetzt man assistieren ins niederländische?
- Aussprache von assistieren (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für assistieren?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: assistieren
assistieren antonyme, assistieren auf albanisch, assistieren auf türkisch, assistieren bedeutung, assistieren bei chirurgischen eingriffen, assistieren sprachwörterbuch niederländisch, assistieren auf niederländisch
Übersetzungen
- assistenz auf niederländisch - toeverlaat, toedoen, bijstand, hulp, helper, heul, assistentie, ...
- assistenzarzt auf niederländisch - intern, interneren, stagiair, stagiaire, interne
- assistierend auf niederländisch - assisteren, bijstaan, bijstaan van, het bijstaan van, het bijstaan
- assistiert auf niederländisch - assists, assisteert, helpt, Assistenties, voorzetten
Zufällige Wörter
Assistieren auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: helper, bekommernis, assisteren, bijstand, baten, assistent, zorgvuldigheid, hulp, helpen, assistentie, zorg, bijstaan, bedienen, toeverlaat, heul, toedoen, te helpen, bij te staan
Übersetzungen: helper, bekommernis, assisteren, bijstand, baten, assistent, zorgvuldigheid, hulp, helpen, assistentie, zorg, bijstaan, bedienen, toeverlaat, heul, toedoen, te helpen, bij te staan