Ausscheiden auf niederländisch
Übersetzung: ausscheiden, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
aftreden, passeren, langsgaan, uittreden, aanreiken, verlopen, omkomen, doorgeven, overgaan, aangeven, doorbrengen, inhalen, uitscheiden, scheiden, te scheiden, afscheiden, excrete
- Wie sagt man ausscheiden auf niederländisch?
- Wie übersetzt man ausscheiden ins niederländische?
- Aussprache von ausscheiden (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für ausscheiden?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: ausscheiden
ausscheiden antonyme, ausscheiden auf albanisch, ausscheiden auf türkisch, ausscheiden bedeutung, ausscheiden eines gesellschafters, ausscheiden sprachwörterbuch niederländisch, ausscheiden auf niederländisch
Übersetzungen
- ausschalten auf niederländisch - uitschakelen, elimineren, afvoeren, uitzetten, uit te schakelen, schakelen, te schakelen
- ausschaltung auf niederländisch - eliminatie, verwijdering, afschaffing, opheffing, uitschakeling
- ausscheidung auf niederländisch - afscheiding, schifting, clausuur, uitscheiding, excretie, de uitscheiding, uitgescheiden
- ausschiffung auf niederländisch - ontscheping
Zufällige Wörter
Ausscheiden auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: aftreden, passeren, langsgaan, uittreden, aanreiken, verlopen, omkomen, doorgeven, overgaan, aangeven, doorbrengen, inhalen, uitscheiden, scheiden, te scheiden, afscheiden, excrete
Übersetzungen: aftreden, passeren, langsgaan, uittreden, aanreiken, verlopen, omkomen, doorgeven, overgaan, aangeven, doorbrengen, inhalen, uitscheiden, scheiden, te scheiden, afscheiden, excrete