Beruhen auf niederländisch
Übersetzung: beruhen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
achterblijven, rust, rest, afval, blijven, toeven, staartje, resteren, resten, overblijfsel, overige, rommel, restant, resterende, overblijven, gebaseerd, berusten, gebaseerd zijn, op basis, zijn gebaseerd
- Wie sagt man beruhen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man beruhen ins niederländische?
- Aussprache von beruhen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für beruhen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: beruhen
beruhen antonyme, beruhen auf, beruhen auf albanisch, beruhen auf dativ, beruhen auf dativ oder akkusativ, beruhen sprachwörterbuch niederländisch, beruhen auf niederländisch
Übersetzungen
- berufung auf niederländisch - aanhaling, aanstelling, appelleren, afspraak, citaat, benoeming, beroep, ...
- berufungen auf niederländisch - roepingen, beroepen, roeping, de roepingen, vocations
- beruhigen auf niederländisch - geluidloos, standvastig, bedaardheid, kalmeren, bestendig, kalmte, gestadig, ...
- beruhigend auf niederländisch - geruststellend, geruststellende, geruststelling, gerust, geruststellen
Zufällige Wörter
Beruhen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: achterblijven, rust, rest, afval, blijven, toeven, staartje, resteren, resten, overblijfsel, overige, rommel, restant, resterende, overblijven, gebaseerd, berusten, gebaseerd zijn, op basis, zijn gebaseerd
Übersetzungen: achterblijven, rust, rest, afval, blijven, toeven, staartje, resteren, resten, overblijfsel, overige, rommel, restant, resterende, overblijven, gebaseerd, berusten, gebaseerd zijn, op basis, zijn gebaseerd