Eignen auf niederländisch
Übersetzung: eignen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
behoren, opnemen, genieten, erkennen, hebben, aanvaarden, dienen, bezitten, moeten, zullen, recipiëren, aannemen, eigen, toucheren, opvangen, accepteren, zijn, bent, is, worden
- Wie sagt man eignen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man eignen ins niederländische?
- Aussprache von eignen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für eignen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: eignen
eigenen blog, eigenen blog erstellen, eignen antonyme, eignen auf albanisch, eignen auf türkisch, eignen sprachwörterbuch niederländisch, eignen auf niederländisch
Übersetzungen
- eigenwillig auf niederländisch - persoonlijk, personage, snuiter, kerel, hoofdelijk, knul, persoon, ...
- eigenwilligkeit auf niederländisch - eigenzinnigheid, eigen wil, de eigen wil, eigenwijsheid
- eignung auf niederländisch - bevoegdheid, talent, aanleg, begaafdheid, gave, kwalificatie, geschiktheid, ...
- eignungen auf niederländisch - roerend goed, Chattel, roerend, zekerheidsattest, het Roerende
Zufällige Wörter
Eignen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: behoren, opnemen, genieten, erkennen, hebben, aanvaarden, dienen, bezitten, moeten, zullen, recipiëren, aannemen, eigen, toucheren, opvangen, accepteren, zijn, bent, is, worden
Übersetzungen: behoren, opnemen, genieten, erkennen, hebben, aanvaarden, dienen, bezitten, moeten, zullen, recipiëren, aannemen, eigen, toucheren, opvangen, accepteren, zijn, bent, is, worden