Halt auf niederländisch
Übersetzung: halt, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
statie, bergen, afsluiten, onderhouden, aanhouding, oponthoud, arrestatie, bespreken, verdaging, aanhouden, houden, oor, aanvragen, stelpen, toegeven, hechtenis, net, gewoon, alleen, enkel, maar
- Wie sagt man halt auf niederländisch?
- Wie übersetzt man halt ins niederländische?
- Aussprache von halt (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für halt?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: halt
andreas halt stop, ella endlich, frauentausch, grönemeyer, haftbefehl, halt sprachwörterbuch niederländisch, halt auf niederländisch
Übersetzungen
- halstuch auf niederländisch - stropdas, das, sjaal, scarf, hoofddoek, sjaal van
- halstücher auf niederländisch - sjaals, shawls, Sjaal, Scarves, Schal
- haltbar auf niederländisch - solide, gestadig, deugdelijk, edelman, gestaag, bestendig, krachtig, ...
- haltbare auf niederländisch - duurzaam, duurzame, duurzamer
Zufällige Wörter
Halt auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: statie, bergen, afsluiten, onderhouden, aanhouding, oponthoud, arrestatie, bespreken, verdaging, aanhouden, houden, oor, aanvragen, stelpen, toegeven, hechtenis, net, gewoon, alleen, enkel, maar
Übersetzungen: statie, bergen, afsluiten, onderhouden, aanhouding, oponthoud, arrestatie, bespreken, verdaging, aanhouden, houden, oor, aanvragen, stelpen, toegeven, hechtenis, net, gewoon, alleen, enkel, maar