Hochzeitstag auf niederländisch
Übersetzung: hochzeitstag, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
gedenkdag, verjaardag, herdenkingsdag, trouwdag, huwelijksverjaardag, huwelijksverjaardag zijn, de huwelijksverjaardag, de huwelijksverjaardag zijn
- Wie sagt man hochzeitstag auf niederländisch?
- Wie übersetzt man hochzeitstag ins niederländische?
- Aussprache von hochzeitstag (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für hochzeitstag?
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: hochzeitstag
1 hochzeitstag, 1. hochzeitstag, 10 hochzeitstag, 15 hochzeitstag, 2. hochzeitstag, hochzeitstag sprachwörterbuch niederländisch, hochzeitstag auf niederländisch
Übersetzungen
- hochzeitsreisende auf niederländisch - honeymooners, huwelijksreis, pasgetrouwden, Huwelijkreizigers, op huwelijksreis
- hochzeitsreisender auf niederländisch - hoog tijd, hoogste tijd, de hoogste tijd, hoog tijd dat, het hoog tijd
- hochzeitstage auf niederländisch - huwelijksverjaardagen, huwelijksjubilea, trouwdagen, jubilea, huwelijksjubileum
- hochziehen auf niederländisch - opgraven, optillen, rooien, verhogen, heffen, ophogen, fokken, ...
Zufällige Wörter
Hochzeitstag auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: gedenkdag, verjaardag, herdenkingsdag, trouwdag, huwelijksverjaardag, huwelijksverjaardag zijn, de huwelijksverjaardag, de huwelijksverjaardag zijn
Übersetzungen: gedenkdag, verjaardag, herdenkingsdag, trouwdag, huwelijksverjaardag, huwelijksverjaardag zijn, de huwelijksverjaardag, de huwelijksverjaardag zijn