Autonomy in dutch

Translation: autonomy, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
zelfvoorziening, zelfbestuur, autonomie, autarchie
Autonomy in dutch
Related words
Other Languages

Related words: autonomy

definition autonomy, autonomy define, what is autonomy, definition of autonomy, hp autonomy, autonomy language dictionary dutch, autonomy in dutch

Translations

  • autonomous in dutch - zelfbesturend, oppermachtig, soeverein, onafhankelijk, autonoom, potentaat, beheerser
  • autonomously in dutch - autonoom, zelfstandig, autonoom te, autonome, op autonome
  • autopilot in dutch - autopiloot, automatische piloot, de automatische piloot, stuurautomaat
  • autopsies in dutch - lijkschouwingen, autopsie, autopsieën, obducties
Random words
Autonomy in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: zelfvoorziening, zelfbestuur, autonomie, autarchie