Branch in dutch
Translation: branch, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
tak, aftakking, filiaal, depot, afdeling, bijkantoor, branche
Related words
Other Languages
Related words: branch
long branch, olive branch, west branch, long branch nj, executive branch, branch language dictionary dutch, branch in dutch
Translations
- brambles in dutch - bramen, braamstruiken, doornstruiken, braambessen
- bran in dutch - zemelen, Bran, van zemelen, van Bran, zemelen van
- branch-joint in dutch - tak, branch, branche, bijkantoor, filiaal
- branches in dutch - takken, vestigingen, filialen, vertakkingen
Random words
Branch in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: tak, aftakking, filiaal, depot, afdeling, bijkantoor, branche
Translations: tak, aftakking, filiaal, depot, afdeling, bijkantoor, branche