Chief in dutch

Translation: chief, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
baas, patroon, meester, aanvoerder, opperhoofd, heer, voornaamste, hoofd, gebieder, hoofd-, chef, kapitaal, leider, hoofdman
Chief in dutch
Related words
Other Languages

Related words: chief

chief keef, the chief, police chief, chief keef download, master chief, chief language dictionary dutch, chief in dutch

Translations

  • chiding in dutch - berispen, berispt, berispend, berispte, het berispen
  • chiefdom in dutch - hoofdmanschap
  • chiefly in dutch - inzonderheid, voornamelijk, hoofdzakelijk, vooral, hoofdzaak, in hoofdzaak
Random words
Chief in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: baas, patroon, meester, aanvoerder, opperhoofd, heer, voornaamste, hoofd, gebieder, hoofd-, chef, kapitaal, leider, hoofdman