Easygoing in dutch

Translation: easygoing, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
makkelijk in de omgang, gemakkelijke, relaxte, ongedwongen
Easygoing in dutch
Other Languages

Related words: easygoing

easygoing scans, easygoing language dictionary dutch, easygoing in dutch

Translations

  • easy in dutch - gemakkelijk, allicht, zachtjes, zoetjes, vlot, langzaam, licht, ...
  • easy-going in dutch - makkelijk in de omgang, gemoedelijke, ongedwongen
  • eat in dutch - nuttigen, bikken, vreten, eten, gebruiken
  • eatable in dutch - eetbaar, eetbare, eetbaar is
Random words
Easygoing in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: makkelijk in de omgang, gemakkelijke, relaxte, ongedwongen