Instructing in dutch
Translation: instructing, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
instrueren, opdrachtgevende, instructie, het instrueren, instrueert
Other Languages
Related words: instructing
instructing language dictionary dutch, instructing in dutch
Translations
- instruct in dutch - instrueren
- instructed in dutch - geïnstrueerd, opgedragen, instrueerde, instructie, opdracht
- instruction in dutch - pedagogie, ontwikkeling, opvoeding, consigne, opleiding, aanwijzing, onderricht, ...
- instructional in dutch - leerzaam, instructie, educatieve, instructievideo
Random words
Instructing in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: instrueren, opdrachtgevende, instructie, het instrueren, instrueert
Translations: instrueren, opdrachtgevende, instructie, het instrueren, instrueert