Newlyweds in dutch
Translation: newlyweds, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
pas getrouwd, jonggehuwden, pasgetrouwden, bruidspaar
Other Languages
Related words: newlyweds
the newlyweds, newlyweds first year, advice for newlyweds, nick and jessica, newlyweds skittles, newlyweds language dictionary dutch, newlyweds in dutch
Translations
- newly-wed in dutch - nieuw, onlangs, nieuwe, pas, recent
- newlywed in dutch - pasgetrouwde, pasgetrouwd, de jonggehuwde, van de jonggehuwde
- newness in dutch - nieuwheid, nieuwigheid, nieuwheid des, nieuwigheid des, de nieuwheid
- news in dutch - nieuws, nieuwtje, nieuwigheid
Random words
Newlyweds in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: pas getrouwd, jonggehuwden, pasgetrouwden, bruidspaar
Translations: pas getrouwd, jonggehuwden, pasgetrouwden, bruidspaar