Nourished in dutch

Translation: nourished, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
gevoed, gevoede, gevoed worden, gekoesterd, doorvoed
Nourished in dutch
Other Languages

Related words: nourished

nourished kitchen, be nourished, nourished life, well nourished, the nourished kitchen, nourished language dictionary dutch, nourished in dutch

Translations

  • nouns in dutch - naamwoorden, zelfstandige naamwoorden, Woorden, substantieven, nomina
  • nourish in dutch - voeden, grootbrengen
  • nourishes in dutch - voedt, verzorgt, hij voedt, voedt het, hij voedt het
  • nourishing in dutch - voedzaam, voedende, voedend, voeden, verzorgende
Random words
Nourished in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: gevoed, gevoede, gevoed worden, gekoesterd, doorvoed