Profit-making in dutch
Translation: profit-making, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
winstoogmerk, winstoogmerk hebben, winst beogen, zonder winstoogmerk, maken van winst
Other Languages
Related words: profit-making
profit-making language dictionary dutch, profit-making in dutch
Translations
- profit in dutch - baat, winst, verdienste, gewin
- profit-based in dutch - profit, winst, winst-, de winst, resultaat
- profit-related in dutch - profit, winst, de winst, winst-, resultaat
- profit-seeking in dutch - winstbejag, winststreven, winstoogmerk, streven naar winst
Random words
Profit-making in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: winstoogmerk, winstoogmerk hebben, winst beogen, zonder winstoogmerk, maken van winst
Translations: winstoogmerk, winstoogmerk hebben, winst beogen, zonder winstoogmerk, maken van winst