Prove in dutch

Translation: prove, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
aantonen, trachten, beproeven, proberen, bewijzen, uitproberen, waarmaken, aanpassen, toetsen, adstrueren, staven
Prove in dutch
Related words
Other Languages

Related words: prove

to prove, prove that, prove it, prove me, show and prove, prove language dictionary dutch, prove in dutch

Translations

  • provable in dutch - bewijsbaar, aantoonbaar, bewijsbare, aantoonbare, te bewijzen
  • provably in dutch - bewijsbaar, aantoonbaar, aantoonbare wijze, op aantoonbare wijze, mathematisch bewijsbaar
  • proved in dutch - bewees, bewezen, bleek, bleken, gebleken
  • proven in dutch - bewezen, beproefde, gebleken, aangetoond, blijkt
Random words
Prove in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: aantonen, trachten, beproeven, proberen, bewijzen, uitproberen, waarmaken, aanpassen, toetsen, adstrueren, staven