Reign in dutch
Translation: reign, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
regering, heersen, bewind, heerschappij, bestuur, regeren, koning werd, koningen heersen, als koningen heersen
Related words
Other Languages
Related words: reign
reign in, tasha reign, reign of terror, forever reign, cw, reign language dictionary dutch, reign in dutch
Translations
- reification in dutch - verzakelijking, verdinglijking, reïficatie, reificatie
- reify in dutch - verstoffelijken, concretiseren, verleden te kijken
- reigned in dutch - heerste, regeerde, geregeerd, werd koning, koning
- reigning in dutch - Regerend, Regeren, koning werd, Het regeren, regeerde
Random words
Reign in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: regering, heersen, bewind, heerschappij, bestuur, regeren, koning werd, koningen heersen, als koningen heersen
Translations: regering, heersen, bewind, heerschappij, bestuur, regeren, koning werd, koningen heersen, als koningen heersen