Self-Sufficient in dutch - Translation / Dictionary english

Translation: self-sufficient, Dictionary: english » dutch

Source language:

english

Target language:

dutch

Translations:

autarkisch, zelfgenoegzaam, zelfvoorzienend, zelfvoorzienende, zelfstandig

Other Languages

Related words: self-sufficient

self-sufficient definition, define self-sufficient, definition of self-sufficient, self-sufficient language dictionary dutch, self-sufficient in dutch

Translations

self-styled in dutch - zichzelf aangemeten, voorgevend, zich noemend, zogenaamd
self-sufficiency in dutch - autarkie, zelfvoorziening, zelfverzorging, zelfredzaamheid, de zelfvoorziening
self-sufficing in dutch - zelfgenoegzaam, verwaand, autarkisch, zelfbewustheid
self-supply in dutch - leveringen aan zichzelf, zelfvoorziening, zelfvoorzieningsgraad, zelfvoorziening van, zelfvoorziening door middel

Random words