Spouses in dutch

Translation: spouses, Dictionary: english » dutch

Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
echtgenoten, echtgenoot, partners, de echtgenoten, echtgenotes
Spouses in dutch
Other Languages

Related words: spouses

military spouses, spouse, spouses benefits, cheating spouses, trading spouses, spouses language dictionary dutch, spouses in dutch

Translations

  • spousal in dutch - echtelijk, echtelijke, binnen het huwelijk, echtgenotes
  • spouse in dutch - man, echtgenote, echtgenoot, eega
  • spout in dutch - tuit, uitloop, spuiten, schenktuit
  • spouted in dutch - spoot, gespoten, opgespoten
Random words
Spouses in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: echtgenoten, echtgenoot, partners, de echtgenoten, echtgenotes