Sprayer in dutch
Translation: sprayer, Dictionary: english » dutch
Source language:
english
Target language:
dutch
Translations:
sproeier, verstuiver, veldspuit, spuit, Sprayer
Other Languages
Related words: sprayer
paint sprayer, airless sprayer, airless paint sprayer, sprayer parts, wagner, sprayer language dictionary dutch, sprayer in dutch
Translations
- spray in dutch - besproeien, verstuiven, spuiten, spuit, nevel
- sprayed in dutch - gespoten, bespoten, besproeid, gesproeid, spuiten
- spraying in dutch - sproeien, spuiten, het spuiten, het sproeien, bespuiten
- spread in dutch - uitspreiden, verspreiden, besmeren, doorsmeren, afgeven, verbreiden, sauzen, ...
Random words
Sprayer in dutch - Dictionary: english » dutch
Translations: sproeier, verstuiver, veldspuit, spuit, Sprayer
Translations: sproeier, verstuiver, veldspuit, spuit, Sprayer