Ébaucher en néerlandais
Traduction: ébaucher, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schetsen, wissel, krabbel, afbakenen, uitstippelen, afdruk, spoor, schets, uittekenen, aanleg, voetspoor, samenvatting, overblijfsel, ontwerp, aftekenen, trekken, sketch, schets van, tekening
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): ébaucher
ébauche dictionnaire, ébaucher antonymes, ébaucher au passé composé, ébaucher conjugaison, ébaucher grammaire, ébaucher dictionnaire de langue néerlandais, ébaucher en néerlandais
Traductions
- ébats en néerlandais - ondeugend, schalks, dartel, frolics, dartelt, stoeit, grollen, ...
- ébauche en néerlandais - ontwerpen, ontwerp, wissel, concept, omtrek, samenvatting, uittekenen, ...
- éberluer en néerlandais - verdoven, verbluffen, mesmerise, betoverd, betoveren, fascineren, fascineer
- éberlué en néerlandais - verbluft, stomheid geslagen, stomverbaasd, met stomheid geslagen, verbijsterd
Mots aléatoires
Ébaucher en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schetsen, wissel, krabbel, afbakenen, uitstippelen, afdruk, spoor, schets, uittekenen, aanleg, voetspoor, samenvatting, overblijfsel, ontwerp, aftekenen, trekken, sketch, schets van, tekening
Traductions: schetsen, wissel, krabbel, afbakenen, uitstippelen, afdruk, spoor, schets, uittekenen, aanleg, voetspoor, samenvatting, overblijfsel, ontwerp, aftekenen, trekken, sketch, schets van, tekening