Élargissez en néerlandais
Traduction: élargissez, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
uitbreiden, verwijden, verruimen, uitzetten, breiden, uit te breiden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): élargissez
élargissez antonymes, élargissez dieu, élargissez grammaire, élargissez le cercle de vos amis, élargissez madame, élargissez dictionnaire de langue néerlandais, élargissez en néerlandais
Traductions
- élargissement en néerlandais - suffix, expansie, vergroting, achtervoegsel, uitzetting, uitbreiding, de uitbreiding, ...
- élargissent en néerlandais - verwijden, uitbreiden, verruimen, uitzetten, breiden, uit te breiden
- élargissons en néerlandais - uitbreiden, verwijden, het uitbreiden, uitbreidende, het uitbreiden van, uitbreiden van
- élargit en néerlandais - breidt uit, uitbreidt, breidt, expandeert, uitzet
Mots aléatoires
Élargissez en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: uitbreiden, verwijden, verruimen, uitzetten, breiden, uit te breiden
Traductions: uitbreiden, verwijden, verruimen, uitzetten, breiden, uit te breiden