Étroitement en néerlandais
Traduction: étroitement, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
stipt, nabij, hebzuchtig, dichtbij, toedoen, strak, dichtdoen, streng, sluiten, pinnig, inhalig, dichtmaken, nauw, vrekkig, nauwsluitend, benauwd, van nabij, nauw samen, dicht, nauwlettend
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): étroitement
étroitement anglais, étroitement antonymes, étroitement grammaire, étroitement lié en anglais, étroitement lié synonyme, étroitement dictionnaire de langue néerlandais, étroitement en néerlandais
Traductions
- étriqué en néerlandais - min, sprietig, schraal, klein, karig, gering, smal, ...
- étroit en néerlandais - kanaal, klein, gierig, schraperig, straat, benauwd, zee-engte, ...
- étroitesse en néerlandais - bekrompenheid, smalheid, nauwheid, beperktheid, smalle
- étrécir en néerlandais - verbintenis, spannen, aantrekken, contract, overeenkomst
Mots aléatoires
Étroitement en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: stipt, nabij, hebzuchtig, dichtbij, toedoen, strak, dichtdoen, streng, sluiten, pinnig, inhalig, dichtmaken, nauw, vrekkig, nauwsluitend, benauwd, van nabij, nauw samen, dicht, nauwlettend
Traductions: stipt, nabij, hebzuchtig, dichtbij, toedoen, strak, dichtdoen, streng, sluiten, pinnig, inhalig, dichtmaken, nauw, vrekkig, nauwsluitend, benauwd, van nabij, nauw samen, dicht, nauwlettend