Caleçon en néerlandais

Traduction: caleçon, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
onderbroek, onderbroeken, ondergoed, underpants, onderbroekje
Caleçon en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): caleçon

boxer, boxer homme, calecon, calecon homme, caleçon anti cellulite, caleçon dictionnaire de langue néerlandais, caleçon en néerlandais

Traductions

  • calepin en néerlandais - courant, hijsblok, aflevering, katern, dagorder, dichtmaken, aanvragen, ...
  • caler en néerlandais - marmelade, daling, keg, droppel, korting, achteruitgang, bedanken, ...
  • calfatage en néerlandais - breeuwen, afdichten, veel breeuwen, waterdicht maken, het waterdicht maken
  • calfater en néerlandais - kalefateren, rob, bezegelen, kalfateren, breeuwen, verzegelen, caulk, ...
Mots aléatoires
Caleçon en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: onderbroek, onderbroeken, ondergoed, underpants, onderbroekje