Déficit en néerlandais
Traduction: déficit, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
tekortkoming, kastekort, vermissing, nadeel, verlies, schaarste, schade, euvel, deficit, gemis, nood, afwezigheid, tekort, gebrek, behoefte, hongersnood, tekorten, tekort op, het tekort
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): déficit
deficit, dette, dette france, déficit 2011, déficit 2013, déficit dictionnaire de langue néerlandais, déficit en néerlandais
Traductions
- déficiences en néerlandais - waardeverminderingen, bijzondere waardeverminderingen, impairments, stoornissen, afwaarderingen
- déficient en néerlandais - onvoldoende, defectief, defect, defecte, gebrekkige, defect is
- défie en néerlandais - uitdagingen, problemen, uitdaging, de uitdagingen
- défient en néerlandais - tarten, uittarten, uitdagen, trotseren, uitdaging, challenge, uitdagingen, ...
Mots aléatoires
Déficit en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: tekortkoming, kastekort, vermissing, nadeel, verlies, schaarste, schade, euvel, deficit, gemis, nood, afwezigheid, tekort, gebrek, behoefte, hongersnood, tekorten, tekort op, het tekort
Traductions: tekortkoming, kastekort, vermissing, nadeel, verlies, schaarste, schade, euvel, deficit, gemis, nood, afwezigheid, tekort, gebrek, behoefte, hongersnood, tekorten, tekort op, het tekort