Exploiter en néerlandais
Traduction: exploiter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanwending, affronteren, drillen, daad, voortbrengen, gewoonte, transpireren, aandoen, arbeid, werk, plaats, krenken, zetten, exploiteren, doelstelling, gescheld, uitbuiten, benutten, te exploiteren, te benutten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): exploiter
autorisation d exploiter, autorisation exploiter, exploiter anglais, exploiter antonymes, exploiter définition, exploiter dictionnaire de langue néerlandais, exploiter en néerlandais
Traductions
- exploite en néerlandais - opereert, werkt, exploiteert, actief, functioneert
- exploitent en néerlandais - uitbuiten, handeling, daad, akte, uitmelken, exploiteren, benutten, ...
- exploiteur en néerlandais - uitgebuiter, exploiter, uitbuiter, exploitant, uitbater
- exploitez en néerlandais - uitmelken, daad, handeling, exploiteren, akte, uitbuiten, opereren, ...
Mots aléatoires
Exploiter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanwending, affronteren, drillen, daad, voortbrengen, gewoonte, transpireren, aandoen, arbeid, werk, plaats, krenken, zetten, exploiteren, doelstelling, gescheld, uitbuiten, benutten, te exploiteren, te benutten
Traductions: aanwending, affronteren, drillen, daad, voortbrengen, gewoonte, transpireren, aandoen, arbeid, werk, plaats, krenken, zetten, exploiteren, doelstelling, gescheld, uitbuiten, benutten, te exploiteren, te benutten