Gerçure en néerlandais

Traduction: gerçure, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
jongen, verbreking, lek, persoon, splitsen, splijten, snuiter, verdelen, kerel, rijten, bres, gaping, knaap, breuk, vent, kier, hoofdstuk, chap
Gerçure en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): gerçure

gerçure antonymes, gerçure au coin des lèvres, gerçure coin bouche, gerçure commissure des levres, gerçure doigt, gerçure dictionnaire de langue néerlandais, gerçure en néerlandais

Traductions

  • germer en néerlandais - opdraven, ontluiken, formeren, kiemen, ontspruiten, opdagen, openbaren, ...
  • germination en néerlandais - ontkieming, kiemkracht, kieming, ontkiemen, de kiemkracht
  • gestation en néerlandais - dracht, zwangerschap, de dracht, de zwangerschap, draagtijd
  • geste en néerlandais - campagne, aanmaken, uitbrengen, bedrijven, verlopen, verleggen, beweging, ...
Mots aléatoires
Gerçure en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: jongen, verbreking, lek, persoon, splitsen, splijten, snuiter, verdelen, kerel, rijten, bres, gaping, knaap, breuk, vent, kier, hoofdstuk, chap