Jouter en néerlandais

Traduction: jouter, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gevecht, spartelen, concurrentievermogen, kamp, strijd, dispuut, redetwisten, veldslag, botsing, redetwist, kwestie, vechten, kampen, bespreken, strijden, worstelen, steekspel, joust, toernooiveld, toernooi, steekspel houden
Jouter en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): jouter

ajouter dictionnaire, doter conjugaison, doter definition, doter signification, jouer au scrabble, jouter dictionnaire de langue néerlandais, jouter en néerlandais

Traductions

  • jours en néerlandais - dagen, dag, werkdagen, dagen na
  • joute en néerlandais - concurrentievermogen, strijden, treffen, beetnemen, worstelen, spartelen, conflict, ...
  • jouvence en néerlandais - jeugd, jongere, jong, jeugdigheid, jongeren, youth, de jeugd, ...
  • jouvenceau en néerlandais - jeugd, jeugdigheid, borst, jongere, jongen, jeugdig, knul, ...
Mots aléatoires
Jouter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gevecht, spartelen, concurrentievermogen, kamp, strijd, dispuut, redetwisten, veldslag, botsing, redetwist, kwestie, vechten, kampen, bespreken, strijden, worstelen, steekspel, joust, toernooiveld, toernooi, steekspel houden