Métier en néerlandais
Traduction: métier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
nering, handenarbeid, ruil, geul, wijsje, emplooi, groef, opgave, probleem, deun, arbeid, afkomst, karwei, vislijn, streep, vraagpunt, beroep, professie, belijdenis, vak, beroepsgroep
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): métier
fiche de métier, fiche metier, fiche métier, fiche métier onisep, fiche métier rome, métier dictionnaire de langue néerlandais, métier en néerlandais
Traductions
- méthodologie en néerlandais - methodologie, methode, methodiek, methoden, werkwijze
- méticuleux en néerlandais - nauwgezet, nauwkeurig, zorgvuldige, nauwgezette, zorgvuldig
- métis en néerlandais - mesties, halfbloed, Mestizo, mestiezen
- métisser en néerlandais - kruising, kruisen, kruis, crossbreed, kruisbestuiving, bastaard
Mots aléatoires
Métier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: nering, handenarbeid, ruil, geul, wijsje, emplooi, groef, opgave, probleem, deun, arbeid, afkomst, karwei, vislijn, streep, vraagpunt, beroep, professie, belijdenis, vak, beroepsgroep
Traductions: nering, handenarbeid, ruil, geul, wijsje, emplooi, groef, opgave, probleem, deun, arbeid, afkomst, karwei, vislijn, streep, vraagpunt, beroep, professie, belijdenis, vak, beroepsgroep