Abbigliamento in olandese
Traduzione: abbigliamento, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
voorhebben, aanhebben, dragen, kleren, brengen, voeren, kleding, ophebben, kledingstuk, kleding van, kleding voor, kledingstukken
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: abbigliamento
abbigliamento antonimi, abbigliamento bambini, abbigliamento ciclismo, abbigliamento coniugazione, abbigliamento cruciverba, abbigliamento dizionario di lingua olandese, abbigliamento in olandese
Traduzioni
- abbellire in olandese - decoreren, opsieren, opwerken, verfraaien, versieren, flatteren, vermooien, ...
- abbietto in olandese - base, grondslag, baseren, grondtal, basis, grond, grondvlak, ...
- abbigliare in olandese - voorhebben, brengen, kleding, kledingstuk, voeren, dragen, aanhebben, ...
- abbinare in olandese - koppel, tweetal, stelletje, stel, echtpaar, duo, paar, ...
Parole a caso
Abbigliamento in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: voorhebben, aanhebben, dragen, kleren, brengen, voeren, kleding, ophebben, kledingstuk, kleding van, kleding voor, kledingstukken
Traduzioni: voorhebben, aanhebben, dragen, kleren, brengen, voeren, kleding, ophebben, kledingstuk, kleding van, kleding voor, kledingstukken