Affittare in olandese
Traduzione: affittare, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
aannemen, aanwerven, charteren, huren, scheur, verhuren, vergunnen, laten, huur, toestaan, pacht, veroorloven, toelaten, pachten, afhuren, loslaten, huurprijs, te huur, verhuur
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: affittare
affittare antonimi, affittare appartamenti, affittare appartamento, affittare auto, affittare camper, affittare dizionario di lingua olandese, affittare in olandese
Traduzioni
- affinità in olandese - affiniteit, verwantschap, de affiniteit, affiniteit heeft
- affisso in olandese - snavel, vogelbek, poster, wenk, tuit, sein, neb, ...
- affitto in olandese - aanwerven, aannemen, pachten, huur, charteren, afhuren, huren, ...
- affittuario in olandese - huurder, pachter, huurders, tenant, de huurder
Parole a caso
Affittare in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: aannemen, aanwerven, charteren, huren, scheur, verhuren, vergunnen, laten, huur, toestaan, pacht, veroorloven, toelaten, pachten, afhuren, loslaten, huurprijs, te huur, verhuur
Traduzioni: aannemen, aanwerven, charteren, huren, scheur, verhuren, vergunnen, laten, huur, toestaan, pacht, veroorloven, toelaten, pachten, afhuren, loslaten, huurprijs, te huur, verhuur