Sgusciare in olandese
Traduzione: sgusciare, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
bodem, beschieten, slippen, glippen, schelp, schaal, huisje, uitglijden, casco, scheepsromp, schild, rugschild, kinkhoorn, schuiven, schil, omhulsel, dop
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: sgusciare
sgusciare antonimi, sgusciare coniugazione, sgusciare cruciverba, sgusciare definizione, sgusciare gamberetti, sgusciare dizionario di lingua olandese, sgusciare in olandese
Traduzioni
- sguardo in olandese - overkomen, verwachten, blik, afhalen, aanblik, eruitzien, voorkomen, ...
- sguazzare in olandese - wentelen, zwelgen, wallow, wentelt, wentelen zich
- shock in olandese - kwetsen, choqueren, schudden, schokken, opschudden, schok, schok te, ...
- si in olandese - zich, jawel, vanzelf, zichzelf, ja, zelf, ja dat is zo, ...
Parole a caso
Sgusciare in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: bodem, beschieten, slippen, glippen, schelp, schaal, huisje, uitglijden, casco, scheepsromp, schild, rugschild, kinkhoorn, schuiven, schil, omhulsel, dop
Traduzioni: bodem, beschieten, slippen, glippen, schelp, schaal, huisje, uitglijden, casco, scheepsromp, schild, rugschild, kinkhoorn, schuiven, schil, omhulsel, dop