Bringen in het nederlands
Vertaling: bringen, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vergen, afzetten, ontvangst, rekenen, nagaan, halen, afdragen, kiezen, behoeven, behalen, accepteren, aanbrengen, verkiezen, bezetten, aannemen, uitpikken, brengen, meebrengen, te brengen, breng, doen
Verwante woorden
Vertalingen
- brillenschlange in het nederlands - brilslang, cobra, glazen, bril, brillen, een bril, glazen van
- brillenträger in het nederlands - dragen van een bril, draagt een bril, die glazen draagt, dat glazen draagt, met een bril
- brisant in het nederlands - ontplofbaar, springstof, explosieve, explosief, ontplofbare
- brise in het nederlands - ventileren, voorkomen, deun, air, deuntje, lucht, melodie, ...
Willekeurige woorden
Bringen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: vergen, afzetten, ontvangst, rekenen, nagaan, halen, afdragen, kiezen, behoeven, behalen, accepteren, aanbrengen, verkiezen, bezetten, aannemen, uitpikken, brengen, meebrengen, te brengen, breng, doen
Vertalingen: vergen, afzetten, ontvangst, rekenen, nagaan, halen, afdragen, kiezen, behoeven, behalen, accepteren, aanbrengen, verkiezen, bezetten, aannemen, uitpikken, brengen, meebrengen, te brengen, breng, doen