Nehmen in het nederlands
Vertaling: nehmen, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
achten, opheffen, beschouwen, vereisen, beslaan, uitlezen, bezighouden, opdoeken, uitzoeken, verkiezen, krijgen, elimineren, eisen, nagaan, vorderen, bekleden, nemen, innemen, te nemen, neem, neemt
Verwante woorden
Vertalingen
- bergbau in het nederlands - mijnbouw, de mijnbouw, mining, winning, mijnen
- brechmittel in het nederlands - braken, kotsen, spugen, vomeren, overgeven, braakmiddel, emetische, ...
- charakterzug in het nederlands - karaktertrek, trek, gelaatstrek, eigenschap, kenmerk, trait
- konditoren in het nederlands - banketbakkers, confectioners, banketbakkerssuiker, patisserie, banketbakkerijen
Willekeurige woorden
Nehmen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: achten, opheffen, beschouwen, vereisen, beslaan, uitlezen, bezighouden, opdoeken, uitzoeken, verkiezen, krijgen, elimineren, eisen, nagaan, vorderen, bekleden, nemen, innemen, te nemen, neem, neemt
Vertalingen: achten, opheffen, beschouwen, vereisen, beslaan, uitlezen, bezighouden, opdoeken, uitzoeken, verkiezen, krijgen, elimineren, eisen, nagaan, vorderen, bekleden, nemen, innemen, te nemen, neem, neemt