Passagier in het nederlands

Vertaling: passagier, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

bijlage, aanhangsel, passagier, inzittende, appendix, ruiter, personenauto, passagiers, personenvervoer

Verwante woorden

bijlage in het duits

aanhangsel in het duits

passagier in het duits

inzittende in het duits

appendix in het duits

ruiter in het duits

Vertalingen

analysierbar in het nederlands - geanalyseerd, geanalyseerde, analyseerde, onderzocht, analyse
elektromagnetische in het nederlands - electromagnetisch, elektromagnetisch, de elektromagnetische, electromagnetische
famos in het nederlands - beroemd, gerenommeerd, roemvol, vermaard, gevierd, glorierijk, welbekend, ...
hypothek in het nederlands - hypotheek, hypothecaire, hypothecair, hypotheken, hypotheekrente

Willekeurige woorden

spoorweg in het engels

Passagier in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: bijlage, aanhangsel, passagier, inzittende, appendix, ruiter, personenauto, passagiers, personenvervoer