Verkleinernd in het nederlands

Vertaling: verkleinernd, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

klein, karig, gering, minuscuul, luttel, min, kleinerende, kleinerend, belittling, kleineren, onderschatting

Verwante woorden

klein in het duits

karig in het duits

gering in het duits

minuscuul in het duits

luttel in het duits

min in het duits

Vertalingen

abhängiger in het nederlands - onderhorig, afhankelijk, afhankelijke, afhankelijk zijn, afhankelijk van, afhankelijk is
amputieren in het nederlands - wegsnijden, afzetten, amputeren, te amputeren, geamputeerd, moeten amputeren, amputeert
aschenbecher in het nederlands - asbak, asbakje, as bak, ashtray, aslade
dehngefäß in het nederlands - brullen, blaten, balken, grommen, blaasbalg, balg, balgen, ...

Willekeurige woorden

dagboek in het engels

kalmte in het engels

opzichtig in het engels

Verkleinernd in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: klein, karig, gering, minuscuul, luttel, min, kleinerende, kleinerend, belittling, kleineren, onderschatting