Chance in het nederlands

Vertaling: chance, Woordenboek: engels » nederlands

Brontaal:
engels
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
incidenteel, geval, kans, uitzicht, tref, gebeurtenis, geluk, toevallig, wagen, bof, gelegenheid, toeval, de kans, kans op, mogelijkheid
Chance in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • championships in het nederlands - kampioenschappen, kampioenschap, Championships, Kampioenschappen van, de kampioenschappen
  • champs in het nederlands - de Champs, kampioenen
  • chance-medley in het nederlands - kans, toeval, kans op, de kans, mogelijkheid
  • chanced in het nederlands - toevallig, toeval, kwam toevallig, kwam toevallig uit
Willekeurige woorden
Chance in het nederlands - Woordenboek: engels » nederlands
Vertalingen: incidenteel, geval, kans, uitzicht, tref, gebeurtenis, geluk, toevallig, wagen, bof, gelegenheid, toeval, de kans, kans op, mogelijkheid