Thuis in het deens

Vertaling: thuis, Woordenboek: nederlands » deens

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
deens
Vertalingen:
husstand, sted, bopæl, lægge, stille, plads, bolig, familie, sætte, hjem, hjemme, derhjemme, sig hjemme, i hjemmet, i ind
Thuis in het deens
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: thuis

een thuis, internet thuis, kinderfeestje, mijn thuis, niet thuis code, thuis talen woordenboek deens, thuis in het deens

Vertalingen

  • thesaurus in het deens - synonymordbog, tesaurus, tesaurussen, begrebsordbog
  • thesis in het deens - afhandling, speciale, afhandlingen, specialet, tese
  • tic in het deens - tisk, tics, tiske
  • tichel in het deens - flise, fliser, flisen, klinker, tile
Willekeurige woorden
Thuis in het deens - Woordenboek: nederlands » deens
Vertalingen: husstand, sted, bopæl, lægge, stille, plads, bolig, familie, sætte, hjem, hjemme, derhjemme, sig hjemme, i hjemmet, i ind