Dik in het duits
Vertaling: dik, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
erwachsen, freigiebig, stumpfsinnig, beleibtheit, bedeutsam, fett, beleibt, fruchtbar, brutto, weit, schwer, reichlich, stark, fettig, einkommen, prahlerisch, dick, dicken, dicke
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: dik
bmi berekenen, christina aguilera, christina aguilera dik, dik antoniemen, dik bloed, dik talen woordenboek duits, dik in het duits
Vertalingen
- dij in het duits - schenkel, oberschenkel, Schenkel, Oberschenkel, Oberschenkels
- dijk in het duits - eindämmung, damm, deich, kai, uferdamm, Deich, Damm, ...
- dikte in het duits - schichtdicke, dicke, dichte, dichtheit, Dicke, Stärke, Dicken
- dikwijls in het duits - regulär, regelmäßige, häufig, häufige, vielfach, oftmals, oft
Willekeurige woorden
Dik in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: erwachsen, freigiebig, stumpfsinnig, beleibtheit, bedeutsam, fett, beleibt, fruchtbar, brutto, weit, schwer, reichlich, stark, fettig, einkommen, prahlerisch, dick, dicken, dicke
Vertalingen: erwachsen, freigiebig, stumpfsinnig, beleibtheit, bedeutsam, fett, beleibt, fruchtbar, brutto, weit, schwer, reichlich, stark, fettig, einkommen, prahlerisch, dick, dicken, dicke