Aanhangsel in het engels

Vertaling: aanhangsel, Woordenboek: nederlands » engels

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
engels
Vertalingen:
appendix, adjunct, auxiliary, addition, rider, subsidiary, plus, accessory, appendage, tag, attachment, annex
Aanhangsel in het engels
Verwante woorden
Andere Talen

Synoniemen & Vertalingen: aanhangsel

tag
  • label
  • aanhangsel
  • kenteken
  • lus
  • nestel
  • veterbeslag
tack
  • kleverigheid
  • kopspijkertje
  • rijgsteek
  • hals
  • koers
  • aanhangsel
affix
  • affix
  • achtervoegsel
  • aanhangsel
  • toevoeging
  • voorvoegsel
annex
  • bijlage
  • bijgebouw
  • uitbouw
  • zijgebouw
  • aanhangsel
  • aanbouw
rider
  • ruiter
  • rijder
  • passagier
  • bijlage
  • appendix
  • aanhangsel
annexe
  • bijgebouw
  • bijlage
  • dependance
  • aanbouw
  • uitbouw
  • aanhangsel
codicil
  • aanhangsel
  • bijlage
  • appendix
appendix
  • bijlage
  • aanhangsel
  • appendix
  • bijvoegsel
  • aanhanging
  • blinde darm
schedule
  • bijlage
  • rooster
  • tabel
  • aanhangsel
  • plan
  • dienstregeling
accessory
  • medeplichtige
  • mededader
  • bijzaak
  • deelnemer
  • aanhangsel
appendage
  • aanhangsel
attachment
  • gehechtheid
  • beslag
  • aanhangsel
  • verbinding
  • aanhechting
  • aanhankelijkheid
side issue
  • bijzaak
  • bijkomstigheid
  • nevenkwestie
  • bijwerk
  • aanhangsel
appurtenance
  • aanhorigheid
  • toebehoren
  • toevoegsel
  • bijvoegsel
  • aanhangsel

Verwante woorden: aanhangsel

aanhangsel antoniemen, aanhangsel betekenis, aanhangsel bij anus, aanhangsel bij contract, aanhangsel contract, aanhangsel talen woordenboek engels, aanhangsel in het engels

Vertalingen

  • aanhangen in het engels - stick, adhere, cling, cleave, adhere to, adhering
  • aanhanger in het engels - adherent, adept, supporter, disciple, member, follower, partisan, ...
  • aanhangwagen in het engels - trailer, trailers, Towed, axle trailer
  • aanhankelijk in het engels - selfless, devoted, affectionate, clingy
Willekeurige woorden
Aanhangsel in het engels - Woordenboek: nederlands » engels
Vertalingen: appendix, adjunct, auxiliary, addition, rider, subsidiary, plus, accessory, appendage, tag, attachment, annex