Niebezpieczny in het nederlands

niebezpieczeństwo in het nederlands - hachelijkheid, tref, riskeren, bof, gevaren, nood, toeval, ...
niebezpiecznie in het nederlands - gevaarlijk, gevaarlijke, op gevaarlijke, een gevaarlijke, gevaarlijke wijze
niebiański in het nederlands - goddelijk, hemels, hemelse, paradijselijk, hemel, de hemelse
niebieskawy in het nederlands - blauwachtig, blauwachtige, blauwe, blauw, blauwige

Willekeurige woorden

eerbaar

meetkunde

eeuwigheid in het engels

kwelling in het engels

roep in het engels

sjaal in het engels

Niebezpieczny in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: precair, onzeker, gevaarlijk, hachelijk, bedenkelijk, gewaagd, waaghalzerig, riskant, link, gevaarlijke, gevaarlijk zijn, gevaar, gevaarlijker