Woord: bekleden

Categorie: bekleden

Huis en tuin, Auto's en voertuigen, Bedrijven en industrie

Verwante woorden: bekleden

auto bekleden, bekleden antoniemen, bekleden autostoelen, bekleden bank, bekleden bank kosten, bekleden bootkussens, bekleden engels, bekleden grammatica, bekleden letters, bekleden open trap, bekleden puzzelwoord, bekleden stoel, bekleden synoniem, bekleden trap, bekleden vervoegen, bekleding wieg, fondant taart bekleden, lampenkap bekleden, leer bekleden, open trap bekleden, stoel opnieuw bekleden, stoelen, stoelen bekleden, taart bekleden, trap, trap bekleden, trap bekleden kosten, trap bekleden kwantum, trap bekleden prijs, traptreden bekleden

Synoniem: bekleden

leggen, ontwerpen, beleggen, zetten, plaatsen, opvullen, volstoppen, capitonneren, betreden, te voet gaan, bedekken, bestrijken, verven, vernissen, doorroken, vullen, invullen, aanvullen, vervullen, bezetten, liniëren, strepen, aftekenen, afzetten, rimpelen, kleden, aankleden, draperen, overtrekken, hullen, met metaal bedekken, verharden, vergrinten, beschoeien, dienen, serveren, bedienen, in dienst zijn, dienstig zijn, inkleden, omkleden, tooien, investeren, insluiten, omsingelen, innemen, in beslag nemen, bezighouden, beslaan, betimmeren, beschieten, lambrizeren, beschieten met wagenschot

Puzzelwoord: bekleden

Puzzelwoord - Statistieken:
Aantal letters - bekleden: 8
Aantal medeklinkers: 5
Aantal klinkers: 3

Vertalingen: bekleden

bekleden in het engels

Woordenboek:
engels
Vertalingen:
take, occupy, clothe, coat, vest, line

bekleden in het spaans

Woordenboek:
spaans
Vertalingen:
tomar, acoger, llevar, abrogar, requerir, ocupar, habitar, necesitar, abolir, traer, aceptar, agarrar, pedir, admitir, recibir, exigir, vestir, vestirse, vestir a, vestirá, revestir

bekleden in het duits

Woordenboek:
duits
Vertalingen:
filmen, entgegennehmen, annehmen, kleiden, erwägen, benötigen, einlassen, einnehmen, ertrag, überlegen, brauchen, erlös, einfallen, bedürfen, verlangen, wählen, bekleiden, zu kleiden, kleidet

bekleden in het frans

Woordenboek:
frans
Vertalingen:
endurer, choisir, costumer, supporter, pollué, occupez, envahir, supprimer, adopter, prenons, prier, produit, accueillir, revêtir, porter, vêtir, habiller, revêtez, se vêtir

bekleden in het italiaans

Woordenboek:
italiaans
Vertalingen:
ritirare, ammettere, prendere, rimuovere, ricevere, vestire, recare, occupare, levare, pigliare, concedere, necessitare, eliminare, gradire, rivestire, accettare, vestirsi, vestirà, rivestirci

bekleden in het portugees

Woordenboek:
portugees
Vertalingen:
vista, admitir, designar, tirar, reclamar, tomar, exigir, postular, escolher, encher, acolher, formosa, eleger, receber, trazer, precisar, vestir, revestir, vesti, vestirá

bekleden in het russisch

Woordenboek:
russisch
Vertalingen:
развозить, загореться, закусывать, возить, наберите, покрывать, примечать, привозить, переводить, взлетать, декатировать, завозить, убирать, принять, заводить, закусить, одевать, одеть, облечь, облачиться, облачаются

bekleden in het noors

Woordenboek:
noors
Vertalingen:
forlange, ta, fordre, kreve, fjerne, godta, anta, oppta, clothe, ikle, kle, klær, kler

bekleden in het zweeds

Woordenboek:
zweeds
Vertalingen:
acceptera, erkänna, erfordra, godtaga, antaga, sysselsätta, anse, utvälja, kläda, utse, anamma, besätta, klä, kläder, bekläda, klär

bekleden in het fins

Woordenboek:
fins
Vertalingen:
viedä, vaatia, edellyttää, ottaa vastaan, vaatettaa, valikoida, suorittaa, harkita, vastaanottaa, ajatella, ottaa, liikuttaa, tuoda, pukeutua, päästää, täyttää, clothe, vaatettaneet, pukea, vaatetimme

bekleden in het deens

Woordenboek:
deens
Vertalingen:
behøve, tage, iklæde, klæde, tøj, klæder, iføre

bekleden in het tsjechisch

Woordenboek:
tsjechisch
Vertalingen:
pokládat, snímat, přijmout, zajmout, obývat, zachytit, vytrpět, odbírat, pochopit, obsazovat, podstoupit, obsadit, ošatit, dobýt, nést, podniknout, obléknout, oblékli, ošacení, obléci, oblékat

bekleden in het pools

Woordenboek:
pools
Vertalingen:
wziąć, kupić, ubrać, zażyć, znosić, wkładać, robić, zrobić, ponosić, okryć, przypatrzeć, podjąć, sadowić, przyjmować, brać, podejmować, odziać, ubierać, przyodziać, przyoblec, clothe

bekleden in het hongaars

Woordenboek:
hongaars
Vertalingen:
filmfelvétel, öltöztet, öltözteti, öltöztetni, öltöztetem, felöltöztetem

bekleden in het turks

Woordenboek:
turks
Vertalingen:
almak, getirmek, kazanç, istemek, uzaklaştırmak, giydirmek, de giydireceği, örtmek, kaplamak, bürümek

bekleden in het grieks

Woordenboek:
grieks
Vertalingen:
παίρνω, καταλαμβάνω, ντύνω, ντύσει, ντύσω, ντύνουν, σε ντύσω

bekleden in het oekraïens

Woordenboek:
oekraïens
Vertalingen:
запис, брати, вдягти, заволодівати, удягати, захоплювати, наділяти, одягніть, одягти, видобування, захопити, орендувати, нюхати, одягати, вдягати

bekleden in het albanees

Woordenboek:
albanees
Vertalingen:
zë, marr, pranoj, vesh, mbuloj, visheni, veshim, i vesh

bekleden in het bulgaars

Woordenboek:
bulgaars
Vertalingen:
засладете, обличам, облека, облича, облекат, облечеш

bekleden in het wit-russisch

Woordenboek:
wit-russisch
Vertalingen:
атрымлiваць, узяць, прыймаць, прынасiць, пытацца, атрымоўваць, апранаць, адзяваць, одевать

bekleden in het ests

Woordenboek:
ests
Vertalingen:
riietama, rüütama, okupeerima, suhtuma, hõlvama, võtma, riietada, riietanud, riietan, riietasid

bekleden in het kroatisch

Woordenboek:
kroatisch
Vertalingen:
smatraju, zauzimati, skinuti, odijevati, podržavati, ispunjavati, odveo, primiti, okupirati, oblačiti, odijeva, odijevate, odjenuti

bekleden in het ijslands

Woordenboek:
ijslands
Vertalingen:
taka, klæða, klædduð, klæðast, þá klæða, klæðir

bekleden in het litouws

Woordenboek:
litouws
Vertalingen:
vesti, apvilkti, vadovauti, skatinti, reikėti, aprengti, aprengia, apsirengiate, apsirengti, apvilksiu

bekleden in het lets

Woordenboek:
lets
Vertalingen:
piekrist, dzīvot, aizvākt, uzņemt, atcelt, pieņemt, vadīt, aizvest, ietērpt, ģērbt, apģērbtu, ietērpiet, apģērbt

bekleden in het macedonisch

Woordenboek:
macedonisch
Vertalingen:
облечеш, облекувам, облечи, облека, облечат

bekleden in het roemeens

Woordenboek:
roemeens
Vertalingen:
alege, ghida, lua, ocupa, se îmbrăca, îmbrăca, îmbrace, îmbrăcați, îmbracă

bekleden in het sloveens

Woordenboek:
sloveens
Vertalingen:
strojit, dovést, vzeti, obléci, nosit, obsadit, odít, oblekli, obleko, oblači, oblačite, oblačim

bekleden in het slovaaks

Woordenboek:
slovaaks
Vertalingen:
zobrať, obliecť, obliecť sa

Populariteit statistieken: bekleden

Meest gezocht door steden

Spijkenisse, Almere, Apeldoorn, Alkmaar, Ede

Meest gezocht door regios

Flevoland, Gelderland, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant

Willekeurige woorden