Woord: infecteren

Verwante woorden: infecteren

besmetten/infecteren, desinfecteren, infecteren 2, infecteren antoniem, infecteren antoniemen, infecteren betekenis, infecteren engels, infecteren grammatica, infecteren letters, infecteren puzzelwoord, infecteren synoniem, infecteren vertalen, infecteren wiki, infecteren wikipedia

Synoniem: infecteren

besmetten, aansteken

Puzzelwoord: infecteren

Puzzelwoord - Statistieken:
Aantal letters - infecteren: 10
Aantal medeklinkers: 6
Aantal klinkers: 4

Vertalingen: infecteren

Woordenboek:
engels
Vertalingen:
infect, infecting, infection, to infect, infected
Woordenboek:
spaans
Vertalingen:
infectar, contagiar, apestar, infectar a, infectan, de infectar
Woordenboek:
duits
Vertalingen:
infizieren, anstecken, zu infizieren, infiziert
Woordenboek:
frans
Vertalingen:
infectez, infectons, infecter, communiquer, contagionner, infectent, empester, contaminer, infecter les, infecter des
Woordenboek:
italiaans
Vertalingen:
infettare, contagiare, appestare, ammorbare, infettare i, di infettare, infettare le
Woordenboek:
portugees
Vertalingen:
infectar, contagiar, infantaria, infectam, contaminar, infect
Woordenboek:
russisch
Vertalingen:
заразить, заражать, инфицировать, заражают, заражения
Woordenboek:
noors
Vertalingen:
infisere, smitte, infiserer, smitter, å infisere
Woordenboek:
zweeds
Vertalingen:
smitta, besmitta, infektera, infekterar, infect, smittar
Woordenboek:
fins
Vertalingen:
tartuttaa, tulehtua, infektoida, saastuttaa, infektoimaan, tarttua
Woordenboek:
deens
Vertalingen:
smitte, inficere, inficerer, at inficere, infektion
Woordenboek:
tsjechisch
Vertalingen:
nakazit, zamořit, infikovat, infikují, infekci, infikování
Woordenboek:
pools
Vertalingen:
zakażać, zarazić, infekować, zakazić, zainfekować, zarażać, infekowania
Woordenboek:
hongaars
Vertalingen:
megfertőz, megfertőzni, megfertőzheti, megfertőzi, fertőzik
Woordenboek:
turks
Vertalingen:
bulaştırmak, enfekte, bulaşabilir, bulaşan, enfekte eden
Woordenboek:
grieks
Vertalingen:
μολύνω, μολύνουν, μολύνει, να μολύνει, να μολύνουν, προσβάλλουν
Woordenboek:
oekraïens
Vertalingen:
піхотинець, заражати, заразити, заражатиме
Woordenboek:
albanees
Vertalingen:
infektoj, infektojnë, të infektojnë, infektojë, të infektojë
Woordenboek:
bulgaars
Vertalingen:
зарази, заразят, инфектират, инфектира, да зарази
Woordenboek:
wit-russisch
Vertalingen:
заражаць
Woordenboek:
ests
Vertalingen:
nakkama, nakatama, nakatada, nakatavad, nakatamiseks, nakatab
Woordenboek:
kroatisch
Vertalingen:
zaraziti, inficirati, inficiraju, zarazi, zaraze
Woordenboek:
ijslands
Vertalingen:
smitað, lagst, smita, lagst á, sýkja
Woordenboek:
latijn
Vertalingen:
contamino
Woordenboek:
litouws
Vertalingen:
užkrėsti, užkrečia, infekuoti, infekuoja, užsikrėsti
Woordenboek:
lets
Vertalingen:
inficēt, aplipināt, inficē, inficētu
Woordenboek:
macedonisch
Vertalingen:
зарази, инфицираат, заразуваат, да се појават, се појават
Woordenboek:
roemeens
Vertalingen:
infecta, infecteze, a infecta, infectează, infecteaza
Woordenboek:
sloveens
Vertalingen:
nakazi, okužijo, okužiti, okuži, okužil, okužbo
Woordenboek:
slovaaks
Vertalingen:
nakaziť, infikovať
Willekeurige woorden