Woord: jaargetijde
Categorie: jaargetijde
Eten en drinken, Wetgeving en overheid, Mensen en samenleving
Verwante woorden: jaargetijde
jaargetijde antoniemen, jaargetijde australie, jaargetijde betekenis, jaargetijde engels, jaargetijde enschede, jaargetijde grammatica, jaargetijde letters, jaargetijde nieuw zeeland, jaargetijde overlijden, jaargetijde overlijden gedicht, jaargetijde puzzelwoord, jaargetijde suriname, jaargetijde synoniem, jaargetijde zuid afrika
Synoniem: jaargetijde
seizoen, tijdperk, geschikte tijd, tijd, moesson
Puzzelwoord: jaargetijde
Puzzelwoord - Statistieken:
Aantal letters - jaargetijde: 11
Aantal medeklinkers: 6
Aantal klinkers: 5
Aantal letters - jaargetijde: 11
Aantal medeklinkers: 6
Aantal klinkers: 5
Vertalingen: jaargetijde
Woordenboek:
engels
Vertalingen:
season, time of year, time of the year, seasons, of year
Woordenboek:
spaans
Vertalingen:
adobar, aderezar, condimentar, estación, temporada, sazonar, aliñar, temporada de, la temporada, campaña
Woordenboek:
duits
Vertalingen:
anpassen, saison, jahreszeit, würzen, Saison, Jahreszeit, Zeit
Woordenboek:
frans
Vertalingen:
assaisonner, adapter, ajuster, saison, épicer, relever, la saison, saison de, saison des, campagne
Woordenboek:
italiaans
Vertalingen:
ammannire, stagione, condire, Molto, stagione di, la stagione, periodo
Woordenboek:
portugees
Vertalingen:
adubar, ajustar, adaptar, costa, acomodar, ajeitar, estações, estação, temporada, época, ...
Woordenboek:
russisch
Vertalingen:
закалять, приправить, сезон, пора, приучить, год, закалить, приучать, закаливать, приправлять, ...
Woordenboek:
noors
Vertalingen:
sesong, krydre, årstid, sesongen, season
Woordenboek:
zweeds
Vertalingen:
säsong, säsongen, serien
Woordenboek:
fins
Vertalingen:
maustaa, kausi, vuodenaika, höystää, ryydittää, kauden, kaudella, season
Woordenboek:
deens
Vertalingen:
årstid, sæson, sæsonen, grundspillet
Woordenboek:
tsjechisch
Vertalingen:
zpříjemnit, okořenit, sezóna, ochutit, kořenit, osladit, období, sezóny, sezóně, sezónu
Woordenboek:
pools
Vertalingen:
pora, przyprawiać, doprawiać, sezon, pora roku, sezonie, sezonu
Woordenboek:
hongaars
Vertalingen:
szezon, idény, évszak, évad, szezonban, a szezonban
Woordenboek:
turks
Vertalingen:
baharat, mevsim, sezon, Bu sezon, şampiyonu sezon, sezonu
Woordenboek:
grieks
Vertalingen:
περίοδος, νοστιμίζω, περίοδο, εποχή, σαιζόν, σεζόν, περιόδου
Woordenboek:
oekraïens
Vertalingen:
загартовувати, привчити, літа, сезон
Woordenboek:
albanees
Vertalingen:
stinë, sezon, sezonin, sezonin e, Sezoni, Sezoni i
Woordenboek:
bulgaars
Vertalingen:
сезон, сезона, период, на сезона
Woordenboek:
wit-russisch
Vertalingen:
пара, сезон, сэзон
Woordenboek:
ests
Vertalingen:
küpsema, karastuma, aastaaeg, hooaeg, hooajal, hooaja, hooaega, hooajaks
Woordenboek:
kroatisch
Vertalingen:
sezona, začin, okus, dotjerati, nakititi, sezone, sezonu, sezoni, Preuzeto
Woordenboek:
ijslands
Vertalingen:
árstími, árferði, árstíð, Tímabil, tímabili, Season, skipti
Woordenboek:
litouws
Vertalingen:
sezonas, sezoną, sezono, sezono metu, sezonui
Woordenboek:
lets
Vertalingen:
sezona, sezonā, sezonas, sezonu, gadalaiks
Woordenboek:
macedonisch
Vertalingen:
сезона, сезоната, дел од сезоната
Woordenboek:
roemeens
Vertalingen:
asezona, anotimp, sezon, sezonul, sezon de, sezonul de
Woordenboek:
sloveens
Vertalingen:
sezona, sezóna, sezono, sezone, sezoni, KiB
Woordenboek:
slovaaks
Vertalingen:
sezóna, období, sezóne
Populariteit statistieken: jaargetijde
Willekeurige woorden