Woord: week

Categorie: week

Mensen en samenleving, Kunst en entertainment, Gezondheid

Verwante woorden: week

afvallen, de week, fashion week, lidl, top 40, top week, week 12 2014, week 14, week 19, week 20, week 21, week 22, week 23, week 29, week 30 2014, week 40, week antoniemen, week engels, week grammatica, week kalender, week letters, week ov, week puzzelwoord, week synoniem, week van de ondernemer, week van het geld, weeknummer, welke week, zwanger, zwangerschap

Synoniem: week

iets dat zeven delen heeft

Puzzelwoord: week

Puzzelwoord - Statistieken:
Aantal letters - week: 4
Aantal medeklinkers: 2
Aantal klinkers: 2

Vertalingen: week

week in het engels

Woordenboek:
engels
Vertalingen:
soft, week, wk, weekly

week in het spaans

Woordenboek:
spaans
Vertalingen:
dulce, tierno, indulgente, blando, semana, muelle, la semana, semana de, semanas

week in het duits

Woordenboek:
duits
Vertalingen:
woche, leise, sanft, weich, weichlich, sacht, nachsichtig, mild, Woche, Gespräch, pro Woche, der Woche

week in het frans

Woordenboek:
frans
Vertalingen:
feutré, délicat, suante, fin, bénin, petit, tendre, clément, huitaine, douillet, subtil, mou, placide, tranquille, silencieux, bas, semaine, la semaine, par semaine, semaines

week in het italiaans

Woordenboek:
italiaans
Vertalingen:
tenero, placido, mite, delicato, tenue, soffice, clemente, blando, settimana, la settimana, settimanali, settimane, viaggio

week in het portugees

Woordenboek:
portugees
Vertalingen:
macio, suave, sófia, fofo, meigo, brando, semana, ameno, doce, por semana, a semana, semanas

week in het russisch

Woordenboek:
russisch
Vertalingen:
программируемый, малиновый, хрупкий, добродушный, слабохарактерный, мучнистый, мягкий, пластичный, неконтрастный, покладистый, тихий, нежный, неяркий, слабый, мягкотелый, спокойный, неделю, неделе, неделя, недели, недель

week in het noors

Woordenboek:
noors
Vertalingen:
mild, uke, bløt, myk, uken, reisetilbud, ukers, i uken

week in het zweeds

Woordenboek:
zweeds
Vertalingen:
mild, vek, len, vecka, blid, mjuk, veckan, i veckan, veckor, veckors

week in het fins

Woordenboek:
fins
Vertalingen:
salliva, löysä, makea, lempeä, mieto, vieno, veltto, viikko, pehmeä, hellä, viikon, viikolla, viikossa, viikkoa

week in het deens

Woordenboek:
deens
Vertalingen:
blød, uge, mild, sød, ugen, uger, ugers

week in het tsjechisch

Woordenboek:
tsjechisch
Vertalingen:
tichý, jemně, mírný, laskavý, týden, něžný, jemný, měkký, slabý, hebký, týdně, týdnu, týdne, týdenní

week in het pools

Woordenboek:
pools
Vertalingen:
cichy, przyjemny, delikatny, tydzień, łagodny, miękki, tygodniu, tygodnia, tygodniowo

week in het hongaars

Woordenboek:
hongaars
Vertalingen:
effeminált, bársonyos, lágyan, halkan, elmosódó, hét, héten, heti, hetente, hetes

week in het turks

Woordenboek:
turks
Vertalingen:
yumuşak, hafta, haftada, haftalık, haftadan, haftadan itibaren

week in het grieks

Woordenboek:
grieks
Vertalingen:
μαλακός, εβδομάδα, την εβδομάδα, εβδομάδας, εβδομάδων, βδομάδα

week in het oekraïens

Woordenboek:
oekraïens
Vertalingen:
худий, недоладний, слабий, слабохарактерний, нескладний, слабкий, худосочний, тендітний, тиждень

week in het albanees

Woordenboek:
albanees
Vertalingen:
javë, butë, javën, javën e, jave, java

week in het bulgaars

Woordenboek:
bulgaars
Vertalingen:
седмица, неделя, седмично, седмицата, седмици

week in het wit-russisch

Woordenboek:
wit-russisch
Vertalingen:
тыдзень

week in het ests

Woordenboek:
ests
Vertalingen:
tasane, rohtukasvanud, õrn, nõrguke, pehme, umbrohune, nädal, nädalas, nädalal, nädala, ilmaprognoos

week in het kroatisch

Woordenboek:
kroatisch
Vertalingen:
vlažan, kratkotrajan, tjedno, tjedan, nježan, prijatan, ljubazan, tjedna, tjedan dana, tjednu

week in het ijslands

Woordenboek:
ijslands
Vertalingen:
vika, þróttlítill, viku, vikunnar, vikna, í viku

week in het latijn

Woordenboek:
latijn
Vertalingen:
mollis, dulcis, lenis

week in het litouws

Woordenboek:
litouws
Vertalingen:
atlaidus, švelnus, minkštas, savaitė, savaitę, savaitės, savaičių

week in het lets

Woordenboek:
lets
Vertalingen:
iecietīgs, nedēļa, maigs, mīksts, nedēļā, nedēļu, nedēļas, šonedēļ

week in het macedonisch

Woordenboek:
macedonisch
Vertalingen:
неделата, недела, неделно, седмица

week in het roemeens

Woordenboek:
roemeens
Vertalingen:
indulgent, moale, moi, săptămână, saptamana, săptămâna, saptamani

week in het sloveens

Woordenboek:
sloveens
Vertalingen:
teden, mehek, tedna, tedensko, tednu, teden dni

week in het slovaaks

Woordenboek:
slovaaks
Vertalingen:
týždeň, slabý, jemný, prádlo, týždňa

Populariteit statistieken: week

Meest gezocht door steden

Amsterdam, Amstelveen, Groningen, Assen, Utrecht

Meest gezocht door regios

Noord-Holland, Groningen, Noord-Brabant, Zuid-Holland, Gelderland

Willekeurige woorden