Abgang auf niederländisch
Übersetzung: abgang, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
afrit, afgaan, vertrek, uitgang, uitweg, uittocht, verzenden, uitgaan, uitkomen, afvaart, vertrekken, verlaten, het verlaten, het verlaten van, verlaten van, verlaat
- Wie sagt man abgang auf niederländisch?
- Wie übersetzt man abgang ins niederländische?
- Aussprache von abgang (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für abgang?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: abgang
abgang 6 ssw, abgang anlagevermögen, abgang antonyme, abgang anzeichen, abgang auf albanisch, abgang sprachwörterbuch niederländisch, abgang auf niederländisch
Übersetzungen
- abgabefrei auf niederländisch - belastingvrij, belastingvrije, rechtenvrije, de belastingvrije
- abgaben auf niederländisch - heffing, heffing bij, heffingen, innen, te innen
- abgangszeugnis auf niederländisch - diploma, akte, bul, brevet, verwijdering, beschikking, ter beschikking, ...
- abgas auf niederländisch - uitlaat, uitlaatgassen, uitlaatgas, uitlaatsysteem, vermoeien
Zufällige Wörter
Abgang auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: afrit, afgaan, vertrek, uitgang, uitweg, uittocht, verzenden, uitgaan, uitkomen, afvaart, vertrekken, verlaten, het verlaten, het verlaten van, verlaten van, verlaat
Übersetzungen: afrit, afgaan, vertrek, uitgang, uitweg, uittocht, verzenden, uitgaan, uitkomen, afvaart, vertrekken, verlaten, het verlaten, het verlaten van, verlaten van, verlaat