Abschneiden auf niederländisch
Übersetzung: abschneiden, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
zetten, reduceren, verkleinen, inkrimpen, maaien, vereenvoudigen, snede, verlagen, afsnijden, afgesneden, afgesloten, uitgeroeid, afgesneden van
- Wie sagt man abschneiden auf niederländisch?
- Wie übersetzt man abschneiden ins niederländische?
- Aussprache von abschneiden (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für abschneiden?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: abschneiden
abschneiden abrasieren, abschneiden antonyme, abschneiden auf albanisch, abschneiden auf türkisch, abschneiden bayern champions league, abschneiden sprachwörterbuch niederländisch, abschneiden auf niederländisch
Übersetzungen
- abschlüsse auf niederländisch - jaarrekening, jaarrekeningen, financiële overzichten, financiële staten, de jaarrekening
- abschneidend auf niederländisch - snede, afsnijden, het afsnijden, afsnijden van, het afsnijden van, af te snijden
- abschnitt auf niederländisch - departement, hoofdstuk, verhandeling, deling, paragraaf, afdeling, peuk, ...
Zufällige Wörter
Abschneiden auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: zetten, reduceren, verkleinen, inkrimpen, maaien, vereenvoudigen, snede, verlagen, afsnijden, afgesneden, afgesloten, uitgeroeid, afgesneden van
Übersetzungen: zetten, reduceren, verkleinen, inkrimpen, maaien, vereenvoudigen, snede, verlagen, afsnijden, afgesneden, afgesloten, uitgeroeid, afgesneden van