Anregen auf niederländisch
Übersetzung: anregen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
aanporren, prikkelen, opwinden, aanvuren, aanstoken, aansporen, verlevendigen, aanwakkeren, stimuleren, zwepen, ophitsen, irriteren, motiveren, te stimuleren, stimuleren van, het stimuleren, te bevorderen
- Wie sagt man anregen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man anregen ins niederländische?
- Aussprache von anregen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für anregen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: anregen
anregen anderes wort, anregen animieren, anregen antonyme, anregen auf albanisch, anregen auf türkisch, anregen sprachwörterbuch niederländisch, anregen auf niederländisch
Übersetzungen
- anrede auf niederländisch - adres, oratie, adresseren, speech, redevoering, naamwoord, spreken, ...
- anrege auf niederländisch - opwinding, prikkeling, opwekking, excitatie
- anregend auf niederländisch - prikkel, stimulerende, stimulerend, het stimuleren van, stimuleren, het stimuleren
- anregende auf niederländisch - stimulerende, stimulerend, het stimuleren van, stimuleren, het stimuleren
Zufällige Wörter
Anregen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: aanporren, prikkelen, opwinden, aanvuren, aanstoken, aansporen, verlevendigen, aanwakkeren, stimuleren, zwepen, ophitsen, irriteren, motiveren, te stimuleren, stimuleren van, het stimuleren, te bevorderen
Übersetzungen: aanporren, prikkelen, opwinden, aanvuren, aanstoken, aansporen, verlevendigen, aanwakkeren, stimuleren, zwepen, ophitsen, irriteren, motiveren, te stimuleren, stimuleren van, het stimuleren, te bevorderen