Ansteuerung auf niederländisch
Übersetzung: ansteuerung, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
bestuur, toezicht, beheren, heerschappij, controleren, besturen, controle, regeren, opwinding, bewind, regelen, leiden, beheersen, aandrijving, rijden, driving, drijvende, rij
- Wie sagt man ansteuerung auf niederländisch?
- Wie übersetzt man ansteuerung ins niederländische?
- Aussprache von ansteuerung (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für ansteuerung?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: ansteuerung
ansteuerung 7 segment anzeige, ansteuerung antonyme, ansteuerung auf albanisch, ansteuerung auf türkisch, ansteuerung bedeutung, ansteuerung sprachwörterbuch niederländisch, ansteuerung auf niederländisch
Übersetzungen
- anstellung auf niederländisch - tewerkstelling, werk, benoeming, aanstelling, werkgelegenheid, toepassing, gebruik, ...
- ansteuerbar auf niederländisch - gecontroleerde, beheerste, geregelde, een gecontroleerde, onder gecontroleerde
- anstieg auf niederländisch - opslag, bult, graad, rang, klasse, status, hoogte, ...
- anstiege auf niederländisch - toeneemt, verhogingen, stijgt, stijgingen, verhoogt
Zufällige Wörter
Ansteuerung auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: bestuur, toezicht, beheren, heerschappij, controleren, besturen, controle, regeren, opwinding, bewind, regelen, leiden, beheersen, aandrijving, rijden, driving, drijvende, rij
Übersetzungen: bestuur, toezicht, beheren, heerschappij, controleren, besturen, controle, regeren, opwinding, bewind, regelen, leiden, beheersen, aandrijving, rijden, driving, drijvende, rij