Auffangen auf niederländisch
Übersetzung: auffangen, Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Eingangssprache:
deutsch
Zielsprache:
niederländisch
Übersetzungen:
aanhouding, houvast, arrest, bemachtigen, aangrijpen, greep, vatten, arrestatie, vangst, vastpakken, aanfloepen, grijpen, inhalen, beetnemen, vangen, aanflitsen, vangsten, catch, de vangst
- Wie sagt man auffangen auf niederländisch?
- Wie übersetzt man auffangen ins niederländische?
- Aussprache von auffangen (auf niederländisch)
- Was ist das niederländische Wort für auffangen?
Verwandte Wörter
Andere Sprachen
Verwandte Wörter / Bedeutung: auffangen
auffangen antonyme, auffangen auf albanisch, auffangen auf türkisch, auffangen bedeutung, auffangen duden, auffangen sprachwörterbuch niederländisch, auffangen auf niederländisch
Übersetzungen
- auffallend auf niederländisch - apert, kennelijk, voornaam, opzichtig, schel, uitstekend, uitgesproken, ...
- auffallende auf niederländisch - opvallend, treffend, frappant, opvallende, markante
- auffangend auf niederländisch - verpestend, besmettelijk, aanstekelijk, Fielding, het afhandelen, het afhandelen van, afhandelend, ...
- auffassend auf niederländisch - conceptualiseren, conceptualisering, het conceptualiseren, conceptualiseren van, het conceptualiseren van
Zufällige Wörter
Auffangen auf niederländisch - Wörterbuch: deutsch » niederländisch
Übersetzungen: aanhouding, houvast, arrest, bemachtigen, aangrijpen, greep, vatten, arrestatie, vangst, vastpakken, aanfloepen, grijpen, inhalen, beetnemen, vangen, aanflitsen, vangsten, catch, de vangst
Übersetzungen: aanhouding, houvast, arrest, bemachtigen, aangrijpen, greep, vatten, arrestatie, vangst, vastpakken, aanfloepen, grijpen, inhalen, beetnemen, vangen, aanflitsen, vangsten, catch, de vangst